deputeren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van deputeren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		deputeren			te deputeren
	toekomend		zullen deputeren			te zullen deputeren
voltooid	tegenwoordig		hebben gedeputeerd			te hebben gedeputeerd
	toekomend		gedeputeerd zullen hebben			gedeputeerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	deputerend		gedeputeerd			ev. deputeer	mv. verouderd deputeert	deputere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	deputeer	deputeert	deputeert	deputeert	deputeert	deputeren	deputeren	deputeren
verleden (o.v.t.)	deputeerde	deputeerde	deputeerde	deputeerde	deputeerde	deputeerden	deputeerden	deputeerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal deputeren	zult/zal deputeren	zult/zal deputeren	zult deputeren	zal deputeren	zullen deputeren	zullen deputeren	zullen deputeren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou deputeren	zou deputeren	zou(dt) deputeren	zoudt deputeren	zou deputeren	zouden deputeren	zouden deputeren	zouden deputeren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gedeputeerd	hebt gedeputeerd	hebt/heeft gedeputeerd	hebt gedeputeerd	heeft gedeputeerd	hebben gedeputeerd	hebben gedeputeerd	hebben gedeputeerd
verleden (v.v.t.)	had gedeputeerd	had gedeputeerd	had gedeputeerd	hadt gedeputeerd	had gedeputeerd	hadden gedeputeerd	hadden gedeputeerd	hadden gedeputeerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedeputeerd hebben	zal/zult gedeputeerd hebben	zult/zal gedeputeerd hebben	zult gedeputeerd hebben	zal gedeputeerd hebben	zullen gedeputeerd hebben	zullen gedeputeerd hebben	zullen gedeputeerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedeputeerd hebben	zou gedeputeerd hebben	zou/zoudt gedeputeerd hebben	zoudt gedeputeerd hebben	zou gedeputeerd hebben	zouden gedeputeerd hebben	zouden gedeputeerd hebben	zouden gedeputeerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gedeputeerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gedeputeerd				er is gedeputeerd
verleden	er werd gedeputeerd				er was gedeputeerd
toekomend	er zal gedeputeerd worden				er zal gedeputeerd zijn
voorwaardelijk	er zou gedeputeerd worden				er zou gedeputeerd zijn
lijdende vorm gedeputeerd worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		gedeputeerd worden			gedeputeerd te worden
	toekomend		gedeputeerd zullen worden			gedeputeerd te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		gedeputeerd zijn			gedeputeerd te zijn
	toekomend		gedeputeerd zullen zijn			gedeputeerd te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word gedeputeerd	wordt gedeputeerd	wordt gedeputeerd	wordt gedeputeerd	wordt gedeputeerd	worden gedeputeerd	worden gedeputeerd	worden gedeputeerd
verleden (o.v.t.)	werd gedeputeerd	werd gedeputeerd	werd gedeputeerd	werdt gedeputeerd	werd gedeputeerd	werden gedeputeerd	werden gedeputeerd	werden gedeputeerd
toekomend (o.t.t.t.)	zal gedeputeerd worden	zult gedeputeerd worden	zult gedeputeerd worden	zult gedeputeerd worden	zal gedeputeerd worden	zullen gedeputeerd worden	zullen gedeputeerd worden	zullen gedeputeerd worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou gedeputeerd worden	zou gedeputeerd worden	zou/zoudt gedeputeerd worden	zoudt gedeputeerd worden	zou gedeputeerd worden	zouden gedeputeerd worden	zouden gedeputeerd worden	zouden gedeputeerd worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben gedeputeerd	bent gedeputeerd	bent/is gedeputeerd	zijt gedeputeerd	is gedeputeerd	zijn gedeputeerd	zijn gedeputeerd	zijn gedeputeerd
verleden (v.v.t.)	was gedeputeerd	was gedeputeerd	was gedeputeerd	waart gedeputeerd	was gedeputeerd	waren gedeputeerd	waren gedeputeerd	waren gedeputeerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedeputeerd zijn	zult gedeputeerd zijn	zult gedeputeerd zijn	zult gedeputeerd zijn	zal gedeputeerd zijn	zullen gedeputeerd zijn	zullen gedeputeerd zijn	zullen gedeputeerd zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedeputeerd zijn	zou gedeputeerd zijn	zou/zoudt gedeputeerd zijn	zoudt gedeputeerd zijn	zou gedeputeerd zijn	zouden gedeputeerd zijn	zouden gedeputeerd zijn	zouden gedeputeerd zijn