baars
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- baars
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stekelvinnige riviervis’ voor het eerst aangetroffen in 1240.[1]
- [A] erfwoord: Middelnederlands ba(e)rse, ontwikkeld uit Oergermaans *barsaz, bij Indo-Europees *bʰors-o-, afleiding van *bʰers- ‘spits’, waarvoor zie borstel [2] [3] [4]
Evenals Nederduits Boors, Duits Barsch en Fries bears, alle ‘baars’, en met grammatische wisseling Oudnoords barr ‘dennennaald’.[5] - [B] erfwoord: Vroegnieuwnederlands bardse, aanpassing van Middelnederlands ba(e)rde ‘brede bijl’ (als in bardezaan, hellebaard).[6] Evenals Oudsaksisch barda, Duits Barte ‘brede bijl, aks’ en misschien Oudnoords barða ‘strijdbijl’.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baars | baarzen |
verkleinwoord | baarsje | baarsjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] de baars m
- (straalvinnigen) Perca fluviatilis , roofvis met rode stekelvinnen, die voorkomt in zoetwater
- ▸ We konden natuurlijk op baars gaan vissen bij de steiger. Maar de baarzen waren tamelijk klein, ze zagen eruit als Oostzeeharing wanneer je ze had gefileerd. Om een maaltijd met baars bij elkaar te krijgen, moesten we er vijftien, twintig vangen, ook als we er alleen met oma en Frau Gisela waren.[7]
Hyperoniemen
- echte baarzen, baarsvissen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
Verwante begrippen
- Amerikaanse gele baars, Amerikaanse zeebaars, Argentijnse zeebaars, Australische grootoogbaars, bastaardbaars, blauwbaars, blauwe rifbaars, blauwe torpedobaars, bloedrode juweelbaars, breedbekbaars, bruine tandbaars, diepwaterkardinaalbaars, diepzeeroodbaars, donkere reuzentandbaars, driedoornige stekelbaars, dwergzonnebaars, Europese zeebaars, forelbaars, gestreepte vlaggebaars, gestreepte zeebaars, gevlekte reuzentandbaars, gevlekte zeebaars, gewone hamletbaars, glasoogbaars, gordelkardinaalbaars, gouden kardinaalbaars, grijze zeebaars, groene zonnebaars, grombaars, hapuku-wrakbaars, indigo hamletbaars, Indische grootoogbaars, Japanse zeebaars, Kaapse roodbaars, kameleontorpedobaars, keizerbaars, kleinbekbaars, kleine roodbaars, kleine zesstrepenzeepbaars, klimbaars, kobaltblauwe dwergbaars, kortvingrootoogbaars, maanstaartjuweelbaars, nassautandbaars, natalbaars, nijlbaars, oranjelijnenkardinaalbaars, Pacifische roodbaars, panterbaars, parelbaars, pauwoogbaars, pelsbaars, pyjamakardinaalbaars, reuzenbaars, rode kardinaalbaars, rode koraalbaars, rode tandbaars, rode vlagbaars, rodezeetandbaars, rodezeewrakbaars, roodbaars, roodborstzonnebaars, roodvlektandbaars, schriftbaars, smalbekbaars, snoekbaars, steenbaars, stekelbaars, tandbaars, tiendoornige stekelbaars, tijgerbaars, tijgerkardinaalbaars, tijgertandbaars, veelstekelbaars, vierdoornige stekelbaars, vijflijnenkardinaalbaars, weduweroodbaars, witte baars, witte steenbaars, witte zaagbaars, wolfskardinaalbaars, wrakbaars, zaagbaars, zandbaars, zandsteenbaars, zandtorpedobaars, zeebaars, zeestekelbaars, zilverbaars, zonnebaars, zwartbandkardinaalbaars, zwarte knorbaars, zwarte zeebaars, zwartgordelkardinaalbaars
Hyponiemen
- drolbaars, dwergbaars, geitenbaars, goudbaars, grootoogbaars, hamletbaars, hombaars, juweelbaars, kardinaalbaars, keizersbaars, knorbaars, kombaars, koraalbaars, kulbaars, omegabaars, pandbaars, reisbaars, rifbaars, rivierbaars, torpedobaars, victoriabaars, vlagbaars, vlaggenbaars, waterbaars, wolfbaars, zeepbaars, zeilbaars, zwartbaars
Afgeleide begrippen
- baarsvissen, baarszalmen, blinde baarszalm, blinde baarszalmen
- baarsachtig, baarsdobber, baarsdrijver, baarsfilet, baarshaak, baarskrabber, baarsmousse, baarstuig, baarsvis, baarsvisje, baarsvisser, baarswater, baarsweer, baarszalm
Vertalingen
1. stekelvinnige riviervis
Zelfstandig naamwoord
- kuipersbijl
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | baars | baarser | baarst |
verbogen | baarse | baarsere | baarste |
partitief | baars | baarsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
baars [8]
Bijvoeglijk naamwoord
baars
- partitief van de stellende trap van baar
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord baars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baars" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[9] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "baars" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ baars op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Kroonen, Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 53
- ↑ baars op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %