baarzen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  baarzen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• baar·zen

Zelfstandig naamwoord

de baarzen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord baars

   ▸ We konden natuurlijk op baars gaan vissen bij de steiger. Maar de baarzen waren tamelijk klein, ze zagen eruit als Oostzeeharing wanneer je ze had gefileerd. Om een maaltijd met baars bij elkaar te krijgen, moesten we er vijftien, twintig vangen, ook als we er alleen met oma en Frau Gisela waren.

Gangbaarheid

• Het woord baarzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baarzen" herkend door:

78 %	van de Nederlanders;
65 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.