avonturieren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van avonturieren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		avonturieren			te avonturieren
	toekomend		zullen avonturieren			te zullen avonturieren
voltooid	tegenwoordig		hebben geavonturierd			te hebben geavonturierd
	toekomend		geavonturierd zullen hebben			geavonturierd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	avonturierend		geavonturierd			ev. avonturier	mv. verouderd avonturiert	avonturiere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	avonturier	avonturiert	avonturiert	avonturiert	avonturiert	avonturieren	avonturieren	avonturieren
verleden (o.v.t.)	avonturierde	avonturierde	avonturierde	avonturierde	avonturierde	avonturierden	avonturierden	avonturierden
toekomend (o.t.t.t.)	zal avonturieren	zult/zal avonturieren	zult/zal avonturieren	zult avonturieren	zal avonturieren	zullen avonturieren	zullen avonturieren	zullen avonturieren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou avonturieren	zou avonturieren	zou(dt) avonturieren	zoudt avonturieren	zou avonturieren	zouden avonturieren	zouden avonturieren	zouden avonturieren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geavonturierd	hebt geavonturierd	hebt/heeft geavonturierd	hebt geavonturierd	heeft geavonturierd	hebben geavonturierd	hebben geavonturierd	hebben geavonturierd
verleden (v.v.t.)	had geavonturierd	had geavonturierd	had geavonturierd	hadt geavonturierd	had geavonturierd	hadden geavonturierd	hadden geavonturierd	hadden geavonturierd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geavonturierd hebben	zal/zult geavonturierd hebben	zult/zal geavonturierd hebben	zult geavonturierd hebben	zal geavonturierd hebben	zullen geavonturierd hebben	zullen geavonturierd hebben	zullen geavonturierd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geavonturierd hebben	zou geavonturierd hebben	zou/zoudt geavonturierd hebben	zoudt geavonturierd hebben	zou geavonturierd hebben	zouden geavonturierd hebben	zouden geavonturierd hebben	zouden geavonturierd hebben