Naar inhoud springen

zwijgzaam

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 18 mei 2017 om 22:02 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwijg·zaam
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwijgzaam zwijgzamer zwijgzaamst
verbogen zwijgzame zwijgzamere zwijgzaamste
partitief zwijgzaams zwijgzamers -

Bijvoeglijk naamwoord

zwijgzaam

  1. weinig sprekend
    • Na de dood van haar vader is ze erg zwijgzaam geworden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be