zielenbrood

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zielenbrood    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈzilə(n)ˌbrot / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• zie·len·brood

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ziel zn  en  brood zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zielenbrood	zielenbroden
verkleinwoord	zielenbroodje	zielenbroodjes

Zelfstandig naamwoord

het zielenbrood o

1. (voeding) (religie) (rooms-katholiek) baksel van gerezen meeldeeg, vaak in de vorm van een vlecht en gevuld met rozijnen, dat wordt aangeboden bij bijzondere gelegenheden die met overledenen te maken hebben
   1. na een herdenkingsmis of uitvaart

      ▸ De middeleeuwers plaatsten brood op het graf, dat daarna aan de armen werd gegeven. Soms werd een muntje in het zielenbrood meegebakken, als een extra donatie aan de armen.

   2. met Allerzielen

      ▸ Het was gewoonte op deze dag speciale broodjes, zielenbrood of krakelingen te eten.

Verwante begrippen

• Allerzielen
• vlechtbrood

Gangbaarheid

• Het woord 'zielenbrood' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.