zetten neder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetten neder (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛtə(n) ˈnedər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- zet·ten ne·der
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nederzetten |
zetten (…) neder
- meervoud tegenwoordige tijd van nederzetten
vervoeging van |
---|
nederzetten |
zetten (…) neder
- meervoud verleden tijd van nederzetten
- Wij zetten neder.
- Jullie zetten neder.
- Zij zetten neder.
- Wij zetten neder.
Gangbaarheid
- Het woord zetten neder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.