zagen vooruit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zagen vooruit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzaɣə(n) vorˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- za·gen voor·uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vooruitzien |
zagen (…) vooruit
- meervoud verleden tijd van vooruitzien
- Wij zagen vooruit.
- Jullie zagen vooruit.
- Zij zagen vooruit.
- Wij zagen vooruit.
Gangbaarheid
- Het woord zagen vooruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.