wildstroper
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wildstroper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪltstropər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- wild·stro·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wildstroper | wildstropers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wildstroper m
- misdadiger die zonder vergunning op wilde dieren jaagt
- Nauwelijks vijf maanden later, op 9 januari 1956, meldt Mollerus trots dat "de wildstroperij reeds grotendeels is beteugeld". Stropers die voorheen "vrijwel ongestoord hun luguber bedrijf konden uitoefenen" zijn daarmee opgehouden. Maar de districtscommandant waarschuwt dat "meerdere wildstropers reeds te kennen hebben gegeven, dat zij met hun stroperijen wachten totdat het detachement zal zijn opgeheven". [2]
- Interpol heeft bovendien heel wat informatie verzameld, waardoor contacten tussen wildstropers en internationale netwerken in kaart kunnen worden gebracht. "Door hun internationale transportwegen te identificeren en belangrijke tussenpersonen te arresteren, zijn we erin geslaagd een belangrijke bijdrage te leveren aan de instandhouding van de biodiversiteit", aldus nog Higgins. [3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wildstroper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wildstroper" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC F. Vermeulen 22 augustus 1992 De laatste nachten van de vliegende brigades
- ↑ De Standaard 19 juni 2012 Meer dan 200 ivoorsmokkelaars gearresteerd bij internationale actie van Interpol
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 89 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %