wijkverpleging
Uiterlijk
- Geluid: wijkverpleging (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛikfərplɛxɪŋ / (4 lettergrepen)
- wijk·ver·ple·ging
- samenstelling van wijk zn en verpleging zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijkverpleging | wijkverplegingen |
verkleinwoord |
- verpleegkundige zorg die mensen in hun eigen woonomgeving ontvangen
- De overheid beslist ieder jaar wat er in de basisverzekering komt. Vanuit de basisverzekering wordt de belangrijkste zorg vergoed. Een greep: een bezoek aan de huisarts; ziekenhuiszorg: de ambulance, het ziekenhuisverblijf en de behandeling door medisch specialisten; tandartskosten voor kinderen tot en met 18 jaar; kraamzorg en verloskundige hulp; fysiotherapie tot 18 jaar en voor chronische aandoeningen; geneesmiddelen; wijkverpleging; en kosten voor de apotheek. [2]
- De beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) is blij. ,,De aanhouder wint. Een jaar nadat we met onze actiedag de administratieve lastendruk in de zorg hoog op de politieke agenda zetten, is het einde van de 5-minutenregistratie in de wijkverpleging dan eindelijk in zicht.‘’ [3]
1.verpleegkundige zorg die mensen in hun eigen woonomgeving ontvangen
- Het woord wijkverpleging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Natasja de Groot 30-11-18 Kennis over zorgverzekeringen holt achteruit
- ↑ Tubantia Edwin van der Aa 04-12-18 Wijkverpleegkundige is af van administratieve last