weekendbestemming
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- week·end·be·stem·ming
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weekend en bestemming
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weekendbestemming | weekendbestemmingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de weekendbestemming v
- waar mensen in het weekend naar toegaan als vrijetijdsbesteding
- Een attractiepark, een outletcentrum, een bos of het strand het zijn allemaal populaire weekendbestemmingen.
Gangbaarheid
- Het woord 'weekendbestemming' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.