wakkert aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wak·kert aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanwakkeren

wakkert (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwakkeren
    • Jij wakkert aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwakkeren
    • Hij wakkert aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanwakkeren
    • Wakkert aan! 

Gangbaarheid