aanwakkeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanwakkeren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱwɑkərə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·wak·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en wakkeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanwakkeren |
wakkerde aan |
aangewakkerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanwakkeren
- aansporen
- De politicus probeerde de hulpvaardigheid van de mensen aan te wakkeren.
- sterker worden
- groter maken
- De storm wakkerde het vuur weer aan
- ▸ Ergens diep binnenin je bevindt zich daarentegen het oergevoel dat na elk bezoek aan de site meer aangewakkerd zal worden.[1]
- ▸ De laatste drie jaar deelde Ex het directeurschap met Ina Klaassen. Ze noemt hem een visionair met lef. "Zijn eigenzinnige blik en bevlogen aanpak hebben de groei die het museum heeft doorgemaakt aangewakkerd en voortgestuwd."[2]
Synoniemen
- 2. verhevigen, toenemen
Vertalingen
1. aansporen
2. sterker worden
Gangbaarheid
- Het woord aanwakkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanwakkeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron “Directeur Sjarel Ex vertrekt bij Museum Boijmans Van Beuningen” (13 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %