Naar inhoud springen

wakker

Uit WikiWoordenboek
  • wak·ker
  • In de betekenis van ‘niet slapend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen wakker wakkerder wakkerst
verbogen wakkere wakkerdere wakkerste
partitief wakkers wakkerders -

wakker

  1. niet in slaap, op
     Pietje werd er wakker van en liep vlug naar het rillende dier toe.[2]
  2. oplettend

wakker

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van wak
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]