Naar inhoud springen

waarmaken

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 05:22 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
  • waar·ma·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
waarmaken
maakte waar
waargemaakt
zwak -t volledig

waarmaken

  1. overgankelijk tot een realiteit maken
    • Hij heeft daarmee een zijn bewering inderdaad waargemaakt. 
  • Zijn droom waarmaken.
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be