vuurt aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vuurt aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvuren |
vuurt (…) aan
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvuren
- Jij vuurt aan.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvuren
- Hij vuurt aan.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvuren
- Vuurt aan!
Gangbaarheid
- Het woord vuurt aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.