vuurpot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

vuurpot met grill
Uitspraak
Woordafbreking
  • vuur·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurpot vuurpotten
verkleinwoord vuurpotje vuurpotjes

Zelfstandig naamwoord

de vuurpotm

  1. een metalen of aardewerken voorwerp waarin men een vuur kan stoken
    • Fruittelers moesten afgelopen nacht massaal aan de slag om hun fruitbomen te beschermen. Dit deden ze onder andere door hun fruitbomen te besproeien. Bij de vorming van een ijslaagje op de bloesem komt warmte vrij, waardoor het niet verder afkoelt dan tot circa 0 graden. Een andere methode die toegepast wordt is het verwarmen van de boomgaard met vuurpotten.[2] 
    • Hier vind je informatie over speciale winterfaciliteiten die het betreffende terrein biedt, zoals een verwarmde slechtweervoorziening, een dekenservice en op welke manier er vuur kan worden gemaakt: op een centrale kampvuurplek, of met vuurpotten- en/of schalen bij de tent, camper of caravan.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 09 mei 2016
  3. de Telegraaf 17 dec. 2015
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be