Naar inhoud springen

vroegmalen

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 22 dec 2018 om 23:23 (→‎top: niet-GB nieuwe stijl met AWB)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • vroeg·ma·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vroegmalen
vroegmaalde
gevroegmaald
zwak -d volledig

vroegmalen

  1. inergatief (verouderd) de eerste maaltijd van de dag nuttigen
    • Even later, als wij achter een kom koffie en keihard brood te vroegmalen zitten, komt pater vicarius, met duidelijk een vleug opwinding nog op zijn gelaat, ons begroeten. [1]
    • Nauwelijks hadden wij gevroegmaald of Pambo stond gereed om ons den weg te toogen [sic!].[2] 
  1. Schreurs, J.
    Pelgrimstocht door Franciscaans Italië. (1954) Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht / Antwerpen
    ; p. 62; geraadpleegd 2018-09-08
  2. blz 59 Rond den Heerd: een leer- en leesbald voor alle lieden, Vol. 1 1866