vragenlijst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vra·gen·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vragenlijst vragenlijsten
verkleinwoord vragenlijstje vragenlijstjes

Zelfstandig naamwoord

de vragenlijstv / m

  1. lijst met vragen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen