vrachtwagenbestuurder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vracht·wa·gen·be·stuur·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrachtwagenbestuurder vrachtwagenbestuurders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vrachtwagenbestuurderm

  1. (beroep) persoon die met een vrachtwagen rijdt
     Een hele bijzondere vondst in een lading ananassen: bij een bedrijf in de gemeente Westland heeft de politie 105 kilo cocaïne gevonden. Dat gebeurde al op 18 april, maar de politie maakte de vondst vandaag pas bekend uit "tactische overwegingen". De vrachtwagenbestuurder die de ananassen vervoerde, waarschuwde de politie toen hij sporttassen tussen de kratten ananassen zag liggen. Met de politie eenmaal te plekke werden de sporttassen opengemaakt. In de tassen bleek een minder gezond goedje te zitten, namelijk de cocaïne.[1]
     Een dronken buitenlandse vrachtwagenchauffeur heeft vannacht op de A76 bij Heerlen een ongeluk veroorzaakt. Daarbij zijn vier mensen gewond geraakt, onder wie de chauffeur. De vrachtwagenbestuurder ontdekte bij Voerendaal dat hij verkeerd reed en besloot te keren. Toen de truck met oplegger dwars op de A76 stond, zagen twee automobilisten te laat wat er voor hun neus gebeurde.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Ananas en cocaïne: geen succesvolle combinatie” (Zondag 13 mei 2012, 13:53), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Kerende vrachtwagen zorgt voor chaos op A76” (Zondag 16 januari 2011, 11:36), NOS