voorijlen
Uiterlijk
- voor·ij·len
- samenstelling van voor bw en ijlen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorijlen |
ijlde voor |
voorgeijld |
zwak -d | volledig |
voorijlen [1]
- absoluut (elektrotechniek) (van met name spanning en stroom:) het eerder optreden van een bepaalde fase van de ene grootheid dan de overeenkomstige fase van de andere
- De condensator vertraagt de spanning op de stroom, men zegt ook: de stroom ijlt voor.
- ergatief snel voor iemand uitgaan
- Hij was de meute voorgeijld.
- Het woord 'voorijlen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Absoluut werkwoord in het Nederlands
- Elektrotechniek in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal