voordrinken
Nederlands
Woordafbreking
- voor·drin·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor bw en drinken ww
Werkwoord
voordrinken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voordrinken |
dronk voor |
voorgedronken |
klasse 3 | volledig |
- overgankelijk alvast een flinke hoeveelheid alcohol nuttigen, zodat men later minder hoeft te drinken om dronken te worden en dus goedkoper uit is