vingerhoed

Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vingerhoed (hulp, bestand)
- IPA: /'vɪŋərˌɦut/
Woordafbreking
- vin·ger·hoed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vinger en hoed [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vingerhoed | vingerhoeden |
verkleinwoord | vingerhoedje | vingerhoedjes |
Zelfstandig naamwoord
vingerhoed m
- hard dopje dat het eerste kootje van de vinger beschermt bij het naaien
- In Nederland doet de metalen vingerhoed rond de 13e eeuw zijn intrede.
Vertalingen
1. hard dopje dat het eerste kootje van de vinger beschermt bij het naaien
Gangbaarheid
- Het woord vingerhoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vingerhoed" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ vingerhoed op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %