Naar inhoud springen

vierhonderdenzestig

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 16 dec 2018 om 22:47 (→‎top: niet-GB nieuwe stijl met AWB)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
0 4 6 0
vierhonderdenzestig,
op een abacus
  • vier·hon·derd·en·zes·tig

vierhonderdenzestig

  1. "460", langere vorm van vierhonderdzestig, vierhonderd plus zestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft vierhonderdenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenzestig. 
  • vierhonderdzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdenzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenzestig" ht als linkerdeel

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)