verzamelbundel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·za·mel·bun·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzamelbundel verzamelbundels
verkleinwoord verzamelbundeltje verzamelbundeltjes

Zelfstandig naamwoord

de verzamelbundelm

  1. uitgave waarbij verschillende werken in één boek of band zijn samengebracht
     Volgens Martine Schaap (uitgever Leopold/Ploegsma) is Pippi sinds de allereerste Nederlandse uitgave in 1952 nooit meer 'uit' geweest. „Het zijn boeken die we regelmatig laten herdrukken. Vorig jaar hebben we de dertigste druk van de verzamelbundel uitgegeven.” Dat is niet zo gek, vindt ze, want Pippi is niet aan tijd gebonden. „De verhalen kunnen nog heel lang mee, want de taal, humor en setting zijn tijdloos.”[2]
     Van ‘t Hek was vandaag te gast in De Taalstaat om te vertellen over zijn nieuwe verzamelbundel In Corontaine. De 66-jarige columnist las wat stukken voor, maar praatte ook uitgebreid over zijn fascinatie voor de dood en een van de bijzondere hobby’s die hij heeft: het bezoeken van Italiaanse en Franse kerkhoven. ,,Ik lees ook de grafschriften, ja. Veel kerkhoven hebben een kinderhoekje tot 17 jaar, dan loop ik daarlangs en heb ik een fantasie bij hoe een familie verder moet na het verlies van bijvoorbeeld een kind van 15", aldus Van 't Hek.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2024 Weblink bron
    Eefje Oomen
    “Pippi weet als rolmodel nog altijd gevoelige snaar te raken” (12 februari 2019), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2024 Weblink bron
    Maxime Segers
    “Youp van ‘t Hek noemt afscheid in ziekenhuis ‘een van ontroerendste momenten’ uit zijn leven” (10 oktober 2020), Tubantia