verworpene

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wor·pe·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verworpene verworpenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verworpenev / m

  1. onderdrukt persoon die niet krijgt waar hij of zij recht op heeft
    • „De vakbond is niet eeuwig”, zegt Sjaak van der Velden, gepromoveerd op de Nederlandse stakingsgeschiedenis. Kijk maar naar de 19de eeuw: de opkomst van grote fabrieken, uitbuiting op de werkvloer, ontstemde arbeiders die onder het motto ‘Ontwaakt, verworpenen der aarde’ het werk neerlegden tot er betere voorwaarden op tafel lagen. „Daar was geen onderhandelen bij”, aldus Van der Velden. „Alleen strijd.” [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen