vervullen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·vul·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vervullen |
vervulde |
vervuld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vervullen
- ditransitief het (doen) uitkomen van een voorspelling of belofte
- Hij vervulde daarmee wat hij eerder toegezegd had.
- overgankelijk geheel vullen of doortrekken
- De heerlijke geur vervulde het gehele gebouw.
- ▸ 'Daar stonden ze, helm aan helm, geweer aan geweer, als in steen gehouwen. Ik werd met trots vervuld dat ik het bevel mocht voeren over een handvol mannen die mogelijk in stukken konden worden gereten maar zich niet lieten overwinnen. Op dit soort momenten triomfeert de menselijke geest over de enorme kracht van de materie.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vervullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vervullen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ditransitief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %