versnijden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·snij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
versnijden
versneed
versneden
klasse 1 volledig

Werkwoord

versnijden [1]

  1. overgankelijk in stukken snijden
  2. overgankelijk aanlengen met iets van mindere kwaliteit
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Meer informatie