versierder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versierder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·sier·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van versieren met het achtervoegsel -der[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | versierder | versierders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de versierder m
- iemand die vrouwen lokt en met vrouwen flirt
- James Bond is een van de bekendste versierders.
- Ze typeert hem, niet onverdienstelijk, als een versierder die bij zichzelf diepere, waardiger smart voelt dan bij al die „snikkende vrouwen en baby’s” die hij achterlaat, een smart die „bovendien zeer bruikbaar is bij het versieren van volgende dames”. Ze noemt zijn teksten „pure abracadabra” , maar ze neemt deze „wonderdichter” niets kwalijk. „Het onbegrijpelijke en mismoedig stemmende ligt in het publiek dat dit slikt, diepe wijsheden meent te horen, wild applaudisseert, niets verstaat en Alles begrijpt. Zo’n publiek vraag erom, het wil versierd worden.”[2]
- iemand die iets mooi maakt door het glans te verlenen
- Hij was de versierder van de feestzaal.
Synoniemen
- [1] rokkenjager, charmeur
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord versierder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "versierder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Frits Abrahams 14 november 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be