versieren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·sie·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tooien’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- afgeleid van sieren met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
versieren |
versierde |
versierd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
versieren
- overgankelijk iets meer aantrekkelijk of mooier maken
- Zij versieren de huiskamer voor de verjaardag van hun zoontje.
- overgankelijk langs (veelal officieuze) weg regelen
- Hij wist nog mooie plekken voor het concert te versieren.
- overgankelijk (informeel) verleiden van iemand van wie je houdt
- Hij probeerde een collega te versieren.
- ▸ Het meisje dat het liefst door mij gevangen wilde worden, heette Lena Andersson en ik vond haar de mooiste van hen allemaal. Clark, die een kei was met meisjes, zei dat ik haar wel kon versieren.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iets meer aantrekkelijk of mooier maken
3. (informeel) verleiden
Gangbaarheid
- Het woord versieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "versieren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "versieren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Werkwoord
versieren
Veluws
Werkwoord
versieren
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Werkwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Werkwoord in het Veluws