versagen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versagen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /vərˈsaχə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vərˈsaɣə(n)/
Woordafbreking
- ver·sa·gen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘de moed verliezen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- van het Duits (met het voorvoegsel ver-) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
versagen |
versaagde |
versaagd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
versagen
- ergatief, inergatief de moed opgeven
- Dit impliceert dat een collectieve verantwoordelijkheid versaagd is in de afgelopen decennia.
- Er wordt niet versaagd in de rustperiode.
Vertalingen
1. de moed opgeven
Gangbaarheid
- Het woord versagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "versagen" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "versagen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ versagen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 51 %
- Prevalentie Vlaanderen 62 %