verblinder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verblinder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·blin·der

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van verblinden met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verblinder	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de verblinder m

1. iemand die of iets dat verblindt

Bijvoeglijk naamwoord

verblinder

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van verblind

Gangbaarheid

• Het woord verblinder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.