varengrasvogel
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- va·ren·gras·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van varen en grasvogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | varengrasvogel | varengrasvogels |
verkleinwoord | varengrasvogeltje | varengrasvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de varengrasvogel m
- (zangvogels) Poodytes punctatus een zangvogel uit de familie Locustellidae . Deze soort is endemisch in Nieuw-Zeeland en telt 5 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'varengrasvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.