uitvloeken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitvloeken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·vloe·ken

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uit bw  en  vloeken ww 

Werkwoord

uitvloeken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
uitvloeken	vloekte uit	uitgevloekt
zwak -t	volledig

1. iets of iemand vloeken toeroepen

   • Want er is een groot verschil tussen vloeken, schelden en beledigen. Men kan iemand uitvloeken en die zal zich gevleid voelen. Men kan iemand uitschelden en de schelder zal door de reactie beledigd zijn. En dan, een trap hoger dan het vloeken, ver- en uitvloeken, het schelden en uitschelden, staat het beledigen. Dat kunnen er maar weinigen.  

Verwante begrippen

• uitschelden, beledigen

Synoniemen

• uitjouwen, uitschelden, uitkafferen, uitfoeteren

Vertalingen

    1. iets of iemand vloeken toeroepen   

Engels: swear at (en), bawl out (en), scold (en)

Gangbaarheid

• Het woord uitvloeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.