uitdoen
Uiterlijk
- uit·doen
- samenstelling van uit bw en doen ww
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| uitdoen |
deed uit |
uitgedaan |
| onregelmatig | volledig | |
uitdoen
- overgankelijk uitschakelen
- Hij deed het licht uit.
- overgankelijk kleding afleggen
- De stripper deed tergend langzaam haar bloesje uit.
- overgankelijk (van aardappelen) oogsten door uit de grond te halen
- ▸ Pracht van de tucht, die de landbouwers bindt aan den grond: de aardappels stonden nog te velde, en die moesten uitgedaan; daarna moest gemest, geploegd, gehegd; het veld moet zijn gerief hebben: zij beseffen aan hun bestaan geen andere reden.[1]
- [1] een kaars uitdoen
- [2] kleren uitdoen
- [3] aardappelen uitdoen
- [3] Dit is Belgisch-Nederlands, maar ook in België geen standaardtaal.
1. uitschakelen
- Het woord uitdoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitdoen" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Verzameld werk in: Ludo Permentier & Rik SchutzTypisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, uitdoen
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Onregelmatig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %