tunika
Uiterlijk
- tu·ni·ka
Naar frequentie | 47659 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tunika | tunikaen | tunikaer | tunikaene |
genitief | tunikas | tunikaens | tunikaers | tunikaenes |
tunika, m
- (kleding), (historisch) tunica (kledingstuk in het Romeinse rijk)
- (kleding), (religie) tuniek (kerkelijk parament, liturgisch kledingstuk)
- (kleding) tunica (modern kledingstuk voor vrouwen)
- «Hun ønsket seg en tunika.»
- Zij wilde graag een tunica.
- «Hun ønsket seg en tunika.»
- tu·ni·ka
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tunika | tunikaen | tunikaer | tunikaene |
tunika, m
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Noorse woorden naar herkomst uit het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Kleding in het Noors
- Historisch in het Noors
- Religie in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Nynorske woorden naar herkomst uit het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Kleding in het Nynorsk
- Historisch in het Nynorsk
- Religie in het Nynorsk