tribune

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tri·bu·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zitplaatsen voor toeschouwers’ voor het eerst aangetroffen in 1805 [1]
  • afgeleid van het Franse 'tribune' [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord tribune tribunes
verkleinwoord tribunetje tribunetjes

Zelfstandig naamwoord

de tribunev / m

  1. de plaatsen voor het publiek
    • Vanaf deze tribune heb je hartstikke goed zicht. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen