trampoline
Uiterlijk

- Geluid: trampoline (hulp, bestand)
- tram·po·li·ne
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘verend net’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | trampoline | trampolines |
| verkleinwoord | trampolinetje trampolientje |
trampolinetjes trampolientjes |
de trampoline v
- (sport) een horizontaal raam met een verende mat, waarop allerlei sprongen uitgevoerd kunnen worden
- Het woord trampoline staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trampoline" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "trampoline" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %