tongafluiter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ton·ga·flui·ter
Woordherkomst en -opbouw
- geoniem, samenstelling van Tonga en "land volgens ISO_3166-1 " en fluiter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tongafluiter | tongafluiters |
verkleinwoord | tongafluitertje | tongafluitertjes |
Zelfstandig naamwoord
de tongafluiter m
- (zangvogels) Pachycephala jacquinoti een zangvogel uit de familie Pachycephalidae (dikkoppen en fluiters). Deze soort is endemisch op Tonga, een land en eilandengroep in Polynesië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'tongafluiter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.