toegangspas
Uiterlijk
- Geluid: toegangspas (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtuɣɑŋsˌpɑs / (3 lettergrepen)
- toe·gangs·pas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toegangspas | toegangspassen |
verkleinwoord | toegangspasje | toegangspasjes |
de toegangspas m
- bewijs waarmee men kan aangeven dat men gerechtigd is om ergens binnen te gaan
- ▸ De Veldhovenaar kreeg toegang tot het militaire terrein door een toegangspas uit een rugzak van een militair te stelen. In de tas zat ook de sleutel van een militaire vrachtauto waarmee hij door een van de afgesloten toegangspoorten reed.[1]
- ▸ Hij spoot champagne in de nek van Usain Bolt, speelde met zijn telefoon tijdens de persconferenties en z'n hond Roscoe heeft een eigen toegangspas voor het circuit.[2]
- Het woord toegangspas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Gedwongen opname voor man die legertruck stal” (6 november 2017), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Sport“Massa: Hamilton past in het rijtje met Schumacher en Senna” (29 oktober 2017), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal