timesharing

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • time·sha·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord timesharing -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de timesharingv / m

  1. (informatica) een vorm van multitasking waarbij een computer schijnbaar gelijktijdig gebruikt wordt door een aantal mensen aan een terminal
  2. regeling waarbij men gezamenlijk eigenaar is van iets, met name een vakantieverblijf, zodat men het een deel van het jaar kan gebruiken

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen