multitasking

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  multitasking    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mul·ti·tas·king

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Engelse tasking met het voorvoegsel multi-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	multitasking	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de multitasking m

1. (informatica) het gelijktijdig verrichten van verschillende taken door één apparaat of organisatie

Vertalingen

    1.   

Engels: multitasking (en)

Spaans: multitarea (es)

Gangbaarheid

• Het woord multitasking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.