tijgervis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- tij·ger·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijger zn en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijgervis | tijgervissen |
verkleinwoord | tijgervisje | tijgervisjes |
Zelfstandig naamwoord
de tijgervis m
- (straalvinnigen) Hydrocynus vittatus een straalvinnige vissensoort uit de familie van de afrikaanse karperzalmen (Alestidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1861 door Castelnau
Hyperoniemen
- Afrikaanse karperzalmen, karperzalmachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'tijgervis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.