thyristor

symbool van een thyristor

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  thyristor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• thy·ris·tor

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Griekse 'thura' (poort) + het Engelse resistor (weerstand)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	thyristor	thyristors thyristoren
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de thyristor m

1. (elektronica) halfgeleider die werkt als elektronische schakelaar voor hoge vermogens

Verwante begrippen

• thyratron, diac, triac, transistor

Vertalingen

    1.   

Duits: Thyristor (de) Engels: thyristor (en)

Frans: thyristor (fr) Spaans: tiristor (es)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord thyristor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

enkelvoud	meervoud
thyristor	thyristors

Zelfstandig naamwoord

thyristor

1. (elektronica) thyristor

Frans

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
thyristor	le thyristor	thyristors	les thyristors

Zelfstandig naamwoord

thyristor

1. (elektronica) thyristor