tetteren
Uiterlijk
- tet·te·ren
tetteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tetteren |
tetterde |
getetterd |
zwak -d | volledig |
- luid praten
- Voor de ideologie achter het machogedrag hoef je niet diep te gaan, ze tetteren zelf over hun programma van onverholen haat. Menselijke processoren die maar op één opdracht afgesteld zijn: de wereld kennis laten maken met hun hallucinerende angstvisioenen. Angstdromen die worden gevat in een merkwaardige dialectiek waarin zij, de biologische sterken, het onderspit moeten delven tegen de zwakkeren. De zwakkeren zijn kwalitatief inferieur, maar ze spelen vals en zijn met velen.[3]
- Dat je niet moet demonstreren bij een kinderfeest, vindt ze 'gelul'. "Niemand wilde daar in de oren tetteren van kleine kinderen. Denk je werkelijk dat die 'witte kindjes'daar over een aantal jaren door getraumatiseerd zijn? Ik denk dat kinderen juist willen dat het voor iedereen feest is. Ook voor donkere kindjes.[4]
- luid en schel muziek maken (op blaasinstrumenten)
- Een olifant tettert in interactieve versie Bosch’ ‘Tuin der Lusten’[5]
- zuipen van alcohol
- [1] kwebbelen, schreeuwen
- [2] tateren, schallen, toeteren, trompetten
- Het woord tetteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tetteren" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "tetteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tetteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard 19 AUGUSTUS 2017
- ↑ Tubantia Lucien Baard 25-NOVEMBER-2017
- ↑ NRC Roderick Nieuwenhuis 11 februari 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be