rant
Uiterlijk
- Uit het (vroeg modern) Nederlands ranten, randen 'tekeergaan (oorspronkelijk van honden)'.
| vervoeging | |
|---|---|
| onbepaalde wijs | to rant |
| he/she/it | rants |
| verleden tijd | ranted |
| voltooid deelwoord |
ranted |
| onvoltooid deelwoord |
ranting |
| gebiedende wijs | rant |
rant
- (spreektaal) verbaal tekeergaan, tieren
- (spreektaal) een tirade afsteken
- (verouderd) theatraal spreken.
- (folklore) dansen met kleine passen (op één en dezelfde plek).
- rant
rant
- verleden tijd van renne
- rant bort
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Werkwoord in het Engels
- Spreektaal in het Engels
- Verouderd in het Engels
- Folklore in het Engels
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Werkwoordsvorm in het Noors