terzet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ter·zet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘muziekstuk voor drie partijen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1772 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord terzet terzetten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het terzeto

  1. (muziek) muziekstuk voor drie stemmen
  2. (letterkunde) een gedicht of een strofe van een gedicht van drie regels
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

31 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen