tentoonspreiden
Uiterlijk
- Geluid: tentoonspreiden (hulp, bestand)
- IPA: /tɛnˈtonsprɛidə(n)/
- ten·toon·sprei·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tentoonspreiden |
spreidde tentoon |
tentoongespreid |
zwak -d | volledig |
tentoonspreiden
- laten zien
- In zijn boek spreidt de schrijver zijn bekwaamheid en kennis over de geschiedenis van het land tentoon.
- Het woord tentoonspreiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.