spreidde tentoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spreid·de ten·toon
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tentoonspreiden

spreidde tentoon

  1. enkelvoud verleden tijd van tentoonspreiden
    • Ik spreidde tentoon. 
    • Jij spreidde tentoon. 
    • Hij, zij, het spreidde tentoon. 


Gangbaarheid