Naar inhoud springen

tentenmaker

Uit WikiWoordenboek


  • ten·ten·ma·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord tentenmaker tentenmakers
verkleinwoord

de tentenmakerm [1]

  1. (economie) bedrijf dat tenten maakt
     Er hebben zich bij de curator rond de veertig gegadigden gemeld voor een overname van de deze week failliet verklaarde Vrijbuiter-groep. Een aantal van deze geïnteresseerden is alleen geïnteresseerd in de tentenmaker De Waard Tenten uit Heerde, die onderdeel van de groep is.[2]
     Na het faillissement bleek er voor die tentenmaker al snel een overnamekandidaat te zijn. De Sunshine Group ging verder met De Waard. In september volgde een doorstart voor twee vestigingen van Vrijbuiter: het Rotterdamse Vervat nam de zaken in Zaandam en Gouda over. Het bedrijf zag echter geen brood in de vestigingen in Roermond en Roden.[3]
  2. (beroep) (religie) persoon die een beroep heeft en het christelijke geloof predikt in landen waar geen zendelingen worden toegelaten
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 oktober 2024 Weblink bron “Tientallen geïnteresseerden voor failliete Vrijbuiter-groep” (vrijdag 3 augustus 2018, 18:28), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 oktober 2024 Weblink bron “Vrijbuiter keert in Roden terug onder nieuwe naam” (maandag 5 november 2018, 23:26), NOS