tentenmaker
Uiterlijk
- Geluid: tentenmaker (hulp, bestand)
- ten·ten·ma·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentenmaker | tentenmakers |
verkleinwoord |
- (economie) bedrijf dat tenten maakt
- ▸ Er hebben zich bij de curator rond de veertig gegadigden gemeld voor een overname van de deze week failliet verklaarde Vrijbuiter-groep. Een aantal van deze geïnteresseerden is alleen geïnteresseerd in de tentenmaker De Waard Tenten uit Heerde, die onderdeel van de groep is.[2]
- ▸ Na het faillissement bleek er voor die tentenmaker al snel een overnamekandidaat te zijn. De Sunshine Group ging verder met De Waard. In september volgde een doorstart voor twee vestigingen van Vrijbuiter: het Rotterdamse Vervat nam de zaken in Zaandam en Gouda over. Het bedrijf zag echter geen brood in de vestigingen in Roermond en Roden.[3]
- (beroep) (religie) persoon die een beroep heeft en het christelijke geloof predikt in landen waar geen zendelingen worden toegelaten
- Het woord 'tentenmaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Tientallen geïnteresseerden voor failliete Vrijbuiter-groep” (vrijdag 3 augustus 2018, 18:28), NOS
- ↑ Weblink bron “Vrijbuiter keert in Roden terug onder nieuwe naam” (maandag 5 november 2018, 23:26), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal